Gedicht bij openbaar sculpturen van MaRf in Buggenhout.
de lucht, het land
wij hebben de lucht, wij hebben het land
aan grenzen en strijken eender waar neer.
wij laten ons met geen stokken verjagen,
vliegen op eigen kracht op wanneer wij
moe zijn van een uitzicht of de vleugels
die over ons waken. er moet ergens een
plek zijn waar wij thuishoren, waar het
heerlijk bomen is over het onmogelijke:
de diepgewortelde wil te diepzeeduiken.
David Troch