Gedicht bij gelijknamige bronzen sculptuur van MaRf
Te mooi de hoge benen
die haar kruis
tot in de hemel dragen,
de koperen meisjesborsten
met tepels als kersen
en huid die gloeit
vol honingraten.
Tot het groen langzaam verdonkert
en geel tot bruin en grijs vervaagt,
de rokken over dun gewalste heupen,
slepend zonder woorden
hun textuur meten met de aarde.
Het onbekende in cirkels
rond de gaten vol herinnering,
is al wat zichtbaar wordt en blijft.
Ina Stabergh