Gedicht bij gelijknamige bronzen sculptuur van MaRf
of het tweede scheppingsverhaal
Met zand gevulde ogen kijken
hoe de zaadcel eenzaam is
zoals het laatste blad aan de boom.
Het is herfst in de man.
Die gedoemd is om te sterven.
Tot de vrouw
als een koninginnepage haar vleugels spreidt
en de oeroude duistere grotten verlaat,
zich tot een nooit geziene amazone ontpopt.
In de warme kamer van haar schoot
kneedt zij nieuwe vormen,
wordt zij moeder voor de oceanen
en het blauwe water in de wolken.
Alles begint.Opnieuw.
De vrouw ademt kieuwen aan de vissen,
vleugels aan de vogels.
Zij heerst over het paradijs en paart,
baart een nieuwe tijd,
een kind naar haar beeld en gelijkenis.
Schoonheid in zachte huid gevat.
willie verhegghe