Gedicht bij gelijknamige sculptuur van MaRf
zij staat op de drempel met ontblote monnikskapspier
en rode jurk, rode neus, rode sneeuw hier en daar.
in wat een nu-moment blijft, lijken er twee keuzemogelijkheden:
1) binnenkomen en zich door mij laten verzorgen - ik zou met mijn
hoektanden een t-shirt in repen en ter ontsmetting alcohol in de
wonde (de deugd van verzuurde wijn) en vervolgens een lucifer -
of
2) blijven staan. ze kweekt een staartvin op haar billen
voor als straks de sneeuw smelt
"het schalt uit speakers dat getuigen
van jehovah heel aardig zijn, ook homoseksuelen,
aan de overkant van de straat, zijn heel aardig
ook de gearresteerden."
een openhangende echo van haar getelde dagen
druppelt als smeltende sneeuw tot een ijsvlakte
ze wappert
een hond schrijft zijn naam in de sneeuw
ze drupt
een kat trippelt als over hete kolen
ze droogt
een gordijn schuift open
ze korst
binnen staat de verwarming op
ze blijft staan
als ten einde raad zeg ik:
"toe… blijf op de drempel van het verlaten."
het is een citaat, maar ze herkent me niet en draait zich om.
en hol.
een openhangende echo is in de vorm
van haar leven de stilte aan het aftellen
Xavier Roelens