Gedicht bij gelijknamige bronzen sculptuur van MaRf
aan gesprek geen gebrek
maar wie wil eindelijk
mij in de ogen kijken
of zacht door de haren
strijken zoals wind die
stil de bladeren beweegt
een boom bewogen heeft
wie wil woordenloos
toehoren hoe mijn vingertoppen
naar haar adem luisteren
wie zaagt traag door
de tralies van de taal
geeft elke laag een kans
en kantelt tot het verandert
wie want veel te vaak
tot nu was elke kant
slechts buitenkant
Carl De Strycker